Waarom heb jij zo'n kleine kop, vraagt Andreas.
Waarom wil je dat weten?
Waarom heb jij zo'n kleine kop?
Onze lieve Heer verdeelt de grond onder de volkeren.
Elk volk krijgt zijn eigen land. De Georgiƫrs zijn aan het feesten. Komen te laat. Al het land is al verdeeld. De heilige maagd Maria zegt. Neem mijn land maar. Ik geef jullie mijn land. Georgiƫ is een prachtig land.
Waarom heb jij zo'n kleine kop?
De Zweden zijn aan het drinken. Het land wordt verdeeld onder de volkeren. Als de Zweden aan de beurt zijn voor hun stuk land zegt onze lieve Heer. Hier dit heb ik nog over en strooit een handvol kiezelsteentjes naar beneden. Zo komt Zweden aan zijn rotsen.
Voor Zuid-Limburg heeft onze lieve Heer een beetje dal en een beetje heuvel over. Daar is een gedicht over van Schillings. Dat moet je maar eens opzoeken. Hoe kom jij aan die kleine kop?
Als het land verdeeld is en onze lieve Heer de lichaamsonderdelen uitdeelt laat ik iedereen voor gaan. Ik heb geen zin om in de rij te staan. Als ik aan de beurt ben, zijn er alleen nog maar kleine hoofdjes over.
Onze lieve Heer zegt. De hoofden zijn op. Je mag wachten op de volgende lichting. Er ligt nog een klein hoofdje. Geef me dat kleine hoofdje maar, zeg ik. Zo kom ik aan mijn kleine hoofd.
Is dat niet lastig zo'n kleine kop?
Het is carnaval. Wil de stad in. Heb geen carnavalskleren. Er is wel een grote Mickey-Mouse kop. Wil de stad in. Het is carnaval. Heb geen carnavalskleren. In gewone kleren val je op met carnaval. Wil de stad in zonder op te vallen. Heb geen carnavalskleren. Wel een grote Mickey-Mouse-kop. Met een grote Mickey Mouse kop op, kan je ongemerkt de stad in.
Zet de Mickey Mouse kop op mijn hoofd. De kop is gemaakt voor een ander model hoofd dat het mijne. Er is erg veel ruimte van binnen. Teveel ruimte. Een klein hoofdje in een grote piepschuimen Mickey. De kop is veel te groot. Zakt steeds naar voren. Een blik in de spiegel. Mickey buigt zijn hoofd. Hij ziet er treurig uit met zijn gebogen hoofd. Twijfel. Als treurige Mickey de stad in of niet? Als treurige Mickey dan maar. Duw de kop in positie. Hij is te groot. Hij blijft voorover zakken. De ogen zitten te hoog. Het zicht is beperkt. Vlak voor de voeten is het zicht nul. Stoepjes en opstapjes gaan op de tast.
Het stijve lopen komt de mimiek ten goede. Voetje voor voetje loop ik de stad in. De optocht begint bijna. Zo kan ik anoniem de stad in. Beetje kijken. Anoniem. Er wordt geroepen.
Mickey, Mickey.
Mickey, ze roepen, Mickey.
Waar komt het geluid vandaan? De zichthoek is beperkt.
Draai een kwartslag. Probeer te zien wie roept.
Mickey, Mickey, we love Mickey, roepen twee jonge meisjes.
Probeer om me heen te kijken.
Mickey, Mickey, Mickey
Wat te doen? Zwaai aarzelend. Loop verder tussen de carnavalsvierders. Mensen roepen.
Mickey, Mickey.
Zwaai. Peuters willen me een handje geven. Dat is nog best lastig op de gok. Het zal hun animistische beleving van de werkelijkheid zijn dat ze denken dat de echte Mickey Mouse is overgevlogen. Heb alleen de kop van Mickey. Geen handschoentjes. Geen Mickey schoenen. Geen Mickey pantjes-jas. Gewoon mijn dikke winterjas. In de ogen van de kindjes ben ik de enige echte Mickey. Ben ontroert en opgelaten tegelijkertijd. Dit is niet de bedoeling. Heb die kop opgezet om op te gaan in de menigte. Nu ben ik de attractie zelf.
In een uur tijd maak ik tientallen mensen aan het lachen.
Schud heel veel kleine handjes. Zwaai naar iedereen die ik tegenkom. Carnaval is geweldig. Voor een groot hoofd is ook wat te zeggen. Het wordt wel erg warm in de kop. Veel zie ik niet met dat ding op. Wil terug naar huis. Durf de kop niet af te zetten. Overal kom ik kleine kindjes tegen die naar me zwaaien en een hand willen geven.
Oh ik heb Mickey gezien, zeggen ze.
Vaders met hun kind op de arm komen naar me toe. Heb het altijd een beetje sneu gevonden. Een baantje in Disneyland in een Mickeypak. Mickey zijn in een pretpark moet wel een ere-functie zijn. Iedereen lacht naar je. De kindjes die ik tegenkom zijn gelukkig. Een dag Mickey zijn en je chagrijn is over.
Buurvrouw is met haar dochter naar Disneyland geweest.
Heb je Mickey gezien?
Vertel van de Mickey-kop. Dat ik handjes gegeven heb. Hoe leuk dat is. Vraag hoe de echte Mickey is. Buurvrouw doet het voor. Zwaaien. Handjes geven. Met beide handen in de lucht zwaaien.
Hoe?
Zo. Met beide handen zwaaien.
Buurvrouw doet de-beide-handen-in de-lucht-zwaai-variant voor.
Oh ja, die heb ik niet gedaan. De-met-beide-handen-variant.
Volgend jaar weer. Als Mickey. Met beide handen.
Waarom wil je dat weten?
Waarom heb jij zo'n kleine kop?
Onze lieve Heer verdeelt de grond onder de volkeren.
Elk volk krijgt zijn eigen land. De Georgiƫrs zijn aan het feesten. Komen te laat. Al het land is al verdeeld. De heilige maagd Maria zegt. Neem mijn land maar. Ik geef jullie mijn land. Georgiƫ is een prachtig land.
Waarom heb jij zo'n kleine kop?
De Zweden zijn aan het drinken. Het land wordt verdeeld onder de volkeren. Als de Zweden aan de beurt zijn voor hun stuk land zegt onze lieve Heer. Hier dit heb ik nog over en strooit een handvol kiezelsteentjes naar beneden. Zo komt Zweden aan zijn rotsen.
Voor Zuid-Limburg heeft onze lieve Heer een beetje dal en een beetje heuvel over. Daar is een gedicht over van Schillings. Dat moet je maar eens opzoeken. Hoe kom jij aan die kleine kop?
Als het land verdeeld is en onze lieve Heer de lichaamsonderdelen uitdeelt laat ik iedereen voor gaan. Ik heb geen zin om in de rij te staan. Als ik aan de beurt ben, zijn er alleen nog maar kleine hoofdjes over.
Onze lieve Heer zegt. De hoofden zijn op. Je mag wachten op de volgende lichting. Er ligt nog een klein hoofdje. Geef me dat kleine hoofdje maar, zeg ik. Zo kom ik aan mijn kleine hoofd.
Is dat niet lastig zo'n kleine kop?
Het is carnaval. Wil de stad in. Heb geen carnavalskleren. Er is wel een grote Mickey-Mouse kop. Wil de stad in. Het is carnaval. Heb geen carnavalskleren. In gewone kleren val je op met carnaval. Wil de stad in zonder op te vallen. Heb geen carnavalskleren. Wel een grote Mickey-Mouse-kop. Met een grote Mickey Mouse kop op, kan je ongemerkt de stad in.
Zet de Mickey Mouse kop op mijn hoofd. De kop is gemaakt voor een ander model hoofd dat het mijne. Er is erg veel ruimte van binnen. Teveel ruimte. Een klein hoofdje in een grote piepschuimen Mickey. De kop is veel te groot. Zakt steeds naar voren. Een blik in de spiegel. Mickey buigt zijn hoofd. Hij ziet er treurig uit met zijn gebogen hoofd. Twijfel. Als treurige Mickey de stad in of niet? Als treurige Mickey dan maar. Duw de kop in positie. Hij is te groot. Hij blijft voorover zakken. De ogen zitten te hoog. Het zicht is beperkt. Vlak voor de voeten is het zicht nul. Stoepjes en opstapjes gaan op de tast.
Het stijve lopen komt de mimiek ten goede. Voetje voor voetje loop ik de stad in. De optocht begint bijna. Zo kan ik anoniem de stad in. Beetje kijken. Anoniem. Er wordt geroepen.
Mickey, Mickey.
Mickey, ze roepen, Mickey.
Waar komt het geluid vandaan? De zichthoek is beperkt.
Draai een kwartslag. Probeer te zien wie roept.
Mickey, Mickey, we love Mickey, roepen twee jonge meisjes.
Probeer om me heen te kijken.
Mickey, Mickey, Mickey
Wat te doen? Zwaai aarzelend. Loop verder tussen de carnavalsvierders. Mensen roepen.
Mickey, Mickey.
Zwaai. Peuters willen me een handje geven. Dat is nog best lastig op de gok. Het zal hun animistische beleving van de werkelijkheid zijn dat ze denken dat de echte Mickey Mouse is overgevlogen. Heb alleen de kop van Mickey. Geen handschoentjes. Geen Mickey schoenen. Geen Mickey pantjes-jas. Gewoon mijn dikke winterjas. In de ogen van de kindjes ben ik de enige echte Mickey. Ben ontroert en opgelaten tegelijkertijd. Dit is niet de bedoeling. Heb die kop opgezet om op te gaan in de menigte. Nu ben ik de attractie zelf.
In een uur tijd maak ik tientallen mensen aan het lachen.
Schud heel veel kleine handjes. Zwaai naar iedereen die ik tegenkom. Carnaval is geweldig. Voor een groot hoofd is ook wat te zeggen. Het wordt wel erg warm in de kop. Veel zie ik niet met dat ding op. Wil terug naar huis. Durf de kop niet af te zetten. Overal kom ik kleine kindjes tegen die naar me zwaaien en een hand willen geven.
Oh ik heb Mickey gezien, zeggen ze.
Vaders met hun kind op de arm komen naar me toe. Heb het altijd een beetje sneu gevonden. Een baantje in Disneyland in een Mickeypak. Mickey zijn in een pretpark moet wel een ere-functie zijn. Iedereen lacht naar je. De kindjes die ik tegenkom zijn gelukkig. Een dag Mickey zijn en je chagrijn is over.
Buurvrouw is met haar dochter naar Disneyland geweest.
Heb je Mickey gezien?
Vertel van de Mickey-kop. Dat ik handjes gegeven heb. Hoe leuk dat is. Vraag hoe de echte Mickey is. Buurvrouw doet het voor. Zwaaien. Handjes geven. Met beide handen in de lucht zwaaien.
Hoe?
Zo. Met beide handen zwaaien.
Buurvrouw doet de-beide-handen-in de-lucht-zwaai-variant voor.
Oh ja, die heb ik niet gedaan. De-met-beide-handen-variant.
Volgend jaar weer. Als Mickey. Met beide handen.